Iedereen die 18 is (geweest) herkent het waarschijnlijk wel: de envelop van de donorregistratie. Vanaf het moment dat je 18 bent mag je beslissen of je na je overlijden zaken uit je lichaam doneert of niet.
Een confronterende vraag, omdat hij alles te maken heeft met leven en dood en hoe je tegen je lichaam aankijkt. Omdat het een vraag is die me best bezig heeft gehouden, besloot ik er een post over te schrijven.
Iedereen zal zich de donorshow van BNN van een paar maanden geleden nog wel herinneren. Iedereen werd voor de gek gehouden door een actrice die zich voordeed als iemand die haar nier wilde doneren aan de meest geschikte kandidaat.
Je kunt ervan vinden wat je wilt, maar het programma had wel tot gevolg dat tienduizenden mensen zich als donor aanmeldden...
De grote vraag is natuurlijk: wat is een goede christelijke visie op het donorzijn?
Voor zover ik weet spreekt de Bijbel niet over het afstaan van organen of andere zaken aan andere mensen. Alleen over het uit stof ontstaan en daartoe wederkeren van het lichaam.
Zaken die een rol kunnen spelen zijn bijv. de waarde die je hecht aan je lichaam of hoe je nabestaanden aankijken tegen het feit dat je donor bent. En als je al hebt besloten dat je donor wordt, wat doneer je dan? Alleen (bepaalde) organen, of ook huid en hoornvliezen (de vliezen van je ogen).
Zelf heb ik besloten wel te doneren. Ik geloof dat op het moment dat ik sterf, mijn lichaam niets anders meer is dan een omhulsel dat langzamerhand vervalt. Stel nou dat ik iemands leven zou kunnen redden met organen die ik toch niet meer nodig heb en anders zouden vervallen. En dat die persoon tot geloof zou komen. Zou dat niet geweldig zijn? We worden opgeroepen anderen te behandelen zoals we zelf behandelt willen worden. Stel nou dat je zelf organen nodig hebt, zou je er dan niet anders tegenaan kijken?
Hoe kijk jij aan tegen het donor-zijn? Ben je wel/geen donor? En waarom?
Zegen, Jarik