Je tienden geven. Dit stamt uit het OT, waar de Israëlieten een tiende deel van hun opbrengst aan de Levieten moesten afstaan (die God fulltime dienden in de tempel), die op hun beurt van die tienden ook weer een tiende aan God moesten afstaan. Hoe zit het nu? Een veelzeggende tekst vind ik:
Matteüs 23:23 en Lucas 11:42
Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie geven tienden van munt, dille en komijn, maar veronachtzamen wat in de wet zwaarder weegt: recht, barmhartigheid en trouw, terwijl men het een zou moeten doen zonder het andere te laten.
Het is wettisch om in het geven tienden geven door te slaan, door zelfs op alle details je tienden door te berekenen. De schriftgeleerden sloegen hier zo in door, dat ze aan Gods gerechtigheid (oa het zorgen voor weduwen, wezen en armen) voorbij gingen.
Jezus hier aan dat het principe van tienden goed is, maar dat het niet ten koste moet gaan van zaken die veel belangrijker zijn dan dat.
Mijns inziens is het weggeven van een deel van je inkomen ook een manier om van hebzucht/materialisme los te komen.
Hieronder heb ik een aantal stellingen en teksten neergezet mbt geven. Denk er eens over na en reageer er eens op.
Tijd is ook geld.
Ik betaal mijn tienden al via de belasting, via daar komt het immers bij de zwakkeren terecht.
Je eerste tienden zouden naar je kerk moeten gaan.
Romeinen 12:8b
Wie iets weggeeft, moet dat zonder bijbedoeling doen.
2 Korintiërs 9:6
Wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten.
2 Korintiërs 8:10
Geef naar vermogen.
Ananias en Zafira in Handelingen 5:1-11
1 Samuël 16:7b
Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart.
Lucas 21:1-4
Toen hij opkeek, zag hij hoe rijken hun giften in de offerkist kwamen werpen. Hij zag ook dat een arme weduwe er twee muntjes in gooide, en hij zei: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer gegeven dan alle anderen. Want de anderen hebben iets van hun overvloed geofferd, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze nodig had voor haar levensonderhoud.’
Zegen, Jarik