Johannes 15:13-15
Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb.
Wie kent het nummer ‘Friend of God’ niet? Het refrein: I am a friend of God, He calls me friend. Dit is gezien bovenstaande tekst iets wat zeker klopt, maar onder bepaalde voorwaarden. Vriendschap met Jezus is een bijzonder soort vriendschap.
Vriendschap kenmerkt zich door vertrouwen en openheid, van elkaar op aan kunnen, samen lachen en huilen en soms ook samen bidden.
Jezus stelt hierboven vast dat we Zijn vrienden zijn, omdat we weten wat Hij (de meester) doet. Hij heeft ons alles wat Hij van de Vader heeft gehoord bekend gemaakt. En uiteindelijk zijn leven voor ons gegeven. Dit is getuigt van veel liefde, vertrouwen en openheid van Zijn kant.
Maar er staat nog meer: Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg.
Wie zegt nou tegen een goede vriend dat hij hem moet gehoorzamen?
In Psalm 25:14a staat: De Heer is een vriend van wie Hem vrezen.
Ook dit klinkt heftig. Denk je eens in dat je een vriendschap heb waarin je je vriend heel eerbiedig, en respectvol behandeld. Dit klinkt wat vreemd.
Toch zijn deze twee zaken realiteit. Jezus is en blijft Heer en Meester. Vriendschap met God is bijzonder en anders dan de vriendschap tussen twee mensen al lijkt het er wel wat op. Ook deze moet ontwikkeld worden door dik en dun met elkaar mee te maken en elkaar steeds beter te leren kennen.
Gehoorzaamheid, vertrouwen en een stuk eerbied en respect is hetgeen God van ons verlangt om zo’n open, vertrouwelijke relatie aan te gaan, ook al begrijpen we misschien niet altijd waar het goed voor is:
Jakobus 2:21-23
Werd het onze voorvader Abraham niet als een rechtvaardige daad toegerekend dat hij zijn zoon Isaak op het altaar wilde offeren? U ziet hoe geloof en handelen daar hand in hand gaan, en hoe het geloof vervolmaakt wordt door daden. Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Abraham vertrouwde op God, en dat werd hem toegerekend als een rechtvaardige daad.’ Hij wordt zelfs Gods vriend genoemd.
Zegen, Jarik